Nu de Coronastorm is afgezwakt tot een krachtige bries, wil ik (man, 68, bedenkelijke longen) mijn vrijheid terug. Ik wil weer onbekommerd over straat kunnen, naar het café een biertje drinken. Met de trein zonder zo’n belachelijk mondkapje (werk niet! werkt wel!). Kortom, ik wil mijn sociale leven terug!
Toen de storm op de schaal van Corona nog windkracht 10 aangaf, kon ik me nog enigszins voorstellen dat me beperkingen werden opgelegd. Iedereen was solidair met iedereen, al heb ik me van het begin af aan afgevraagd, welke bijdrage we geleverd hebben aan het beperken van de epidemie.
En dan had ik nog geluk. Bij het begin van de uitbraak, woonde ik door omstandigheden gedwongen tijdelijk in bij mijn jongste zoon en zijn gezin. Ik maakte dus deel uit van één huishouden, waardoor ik het genoegen had díe kinderen en kleinkinderen gewoon te kunnen aanraken en knuffelen. Waardoor ik mijn 45 jaar geleden behaalde diploma ‘onderwijzer met hoofdakte’ toch een keer in de praktijk kon brengen door mijn beide kleinkinderen les te geven toen hun school gesloten was. Ik ben direct na het halen van dat diploma de journalistiek in gegaan en heb het vak van onderwijzer nooit in de praktijk uitgeoefend, behalve als ‘kwekeling’.
Zoals ik al zei: ik heb dus geluk gehad. Want in tegenstelling tot veel van mijn leeftijdgenoten en ouderen, had ik nog iets van een sociaal leven. Ik kon ’s morgens met het jonge gezin ontbijten, ik kon ’s avonds met hen een biertje drinken. Ik kon hen helpen het huishouden draaiende te houden omdat zij beiden een cruciaal beroep hadden (verpleegkundige en lerares). Kortom: ik voelde me nog behoorlijk nuttig.
Veel andere niet meer zo jonge medeburgers hebben zich, min of meer vrijwillig, in een isolement laten brengen. Zij zaten de hele dag alleen (of hooguit met z’n tweeën) in hun woning of, erger nog, in een verpleeghuis, waar van vrijwillig isolement al helemaal geen sprake was en is. De enorme angst voor een uitbraak van Het Gevreesde Virus noopte vrijwel alle besturen van dergelijke instellingen tot de meest draconische maatregelen, waarvan het verbod om kinderen en kleinkinderen te mogen zien, laat staan vasthouden, wel het meest schrijnende voorbeeld is.
Mijn zoon, inderdaad die bij wie ik huis woonde, werkt in zo’n verpleeghuis. En van hem hoorde ik dat de bewoners bij hem ‘in huis’ vrijwel zonder uitzondering de gedwongen gevangenschap met liefde wilden inruilen voor het risico het Coronavirus op te lopen en daaraan te overlijden. Liever het risico te sterven met je geliefden om je heen, dan in eenzaamheid je laatste dagen te moeten slijten. Het is niet voor niets dat de meeste bewoners van dergelijke instellingen al lang aan hun omgeving hebben laten weten, dat ze in geval van nood in elk geval niet gereanimeerd willen worden.
Terug naar mijzelf. Zoals gezegd: ik wil mijn vrijheid terug. Ik wil weer naar het café. En ik wil niet dat, zoals nu veel gebeurt, er voortdurend een beroep op mijn solidariteit als oudere wordt gedaan om de jongeren weer hun vrijheid terug te geven, ten koste van de mijne. Ik wil niet in mijn, overigens comfortabele, woning worden opgesloten, opdat de jongeren weer hun gang kunnen gaan.
Een medisch-ethische commissie heeft dezer dagen een steen in de vijver gegooid door, in geval van uiterste nood, jongeren voorrang te geven bij de toewijzing van een ic-bed boven ouderen. Maatschappelijk en politiek leidde dit voorstel tot nogal wat commotie. Leeftijdsdiscriminatie is volgens de critici uit den boze.
Opvallend daarbij is, dat ik de ouderen zelf hierover niet heb gehoord. Ik maak me sterk dat, als de Maurice de Honds van deze wereld hier een onderzoekje tegenaan zouden gooien met de juiste vraagstelling (isolement versus coronarisico) de uitkomst weleens heel verrassend zou kunnen zijn.
Ik ben in elk geval bereid te verklaren dat ik geen beroep zal doen op een ic-plek. Ik hoop dat, als ik door mijn onverantwoordelijke gedrag Het Gevreesde Virus zal oplopen, mijn huisarts mij door het ergste lijden zal heen helpen. En mocht ik aan Corona komen te overlijden, dan hoop ik dat dat een beetje humaan gebeurt.
Maar ‘in return’ wil ik dan niet door de jongeren geweerd worden uit café, restaurant of van het terras. Gelijk oversteken!