Communicatie is een vak, een moeilijk vak. Dat bleek deze week maar weer eens. ‘Dat stomme volk houdt zich niet aan de adviezen van het kabinet. Dringende adviezen nog wel. Dat zouden ze toch moeten begrijpen, zo liet premier Rutte niet na te beklemtonen. Hij dacht kennelijk dat dat voldoende was.
De oplettende lezer zal wel denken: logisch dat die Kruithof zegt dat communicatie een moeilijk vak is. Hij zal wel hengelen naar een mooie klus bij de overheid. Hij weet het natuurlijk beter!
Nou, om te beginnen heb ik wel de nodige ervaring in crisiscommunicatie. De oudere lezers herinneren zich vast nog de varkenspest en de gekke koeien ziekte. Gedurende beide crises was ik verantwoordelijk voor de communicatie van het verantwoordelijke ministerie van Landbouw. Dus ik heb enig recht van spreken. Ook toen is er van alles fout gegaan, maar hebben we ook veel geleerd.
Ik heb het nú natuurlijk over Corona en de manier waarop de overheid probeert deze nare ziekte onder controle te krijgen. De aantallen nieuwe besmettingen, ziekenhuisopnamen en bezette ic-bedden lopen weer gierend uit de hand. Tot wel meer dan zevenduizend per dag. En wiens schuld was dat nou eigenlijk.
Rutte heeft gelijk dat een behoorlijk deel van de bevolking zich onverantwoordelijk gedraagt. Culminerend in een Corona slotfeest in een café aan het Haagse Plein, op nog geen vijftig meter van de ingang van de Tweede Kamer. Woensdagavond liet een hossende menigte het zich nog even goed smaken, want na tien uur zouden alle horecazaken weer voor vier weken sluiten. En ze hielde zich keurig aan de anderhalve centimeter afstand. De kroegbaas kon er ook niets aan doen. ‘Ik ben geen politieagent’, stamelde hij als reactie op het schandalige gedrag van zijn clientèle.
Maar de overheid gaat ook niet vrijuit. De Rijksoverheid beschikt over vele honderden communicatie-experts. Je zou toch denken dat die er iets van begrijpen.
Maar hoe is het dan in vredesnaam mogelijk dat premier Rutte op dinsdagavond om zeven uur aankondigt dat de horeca woensdagavond om tien uur de deuren dient te sluiten om die vier weken lang niet meer te mogen openen. Zou er nou niemand in de omgeving van het kabinet hebben gewezen op het enorme risico dat zo’n aankondiging tot een laatste run op de horeca leidt. Met alle gevolgen van dien. Het is hetzelfde als twee dagen van tevoren aankondigen dat het wc-papier op de bon gaat. Dan gaat iedereen toch wc-papier hamsteren!
En het kabinet wist best hoe het moest. Toen op 15 maart van dit jaar (het lijkt al wel een eeuw geleden) werd aangekondigd dat de horeca haar deuren moest sluiten, ging die maatregel een half uur later in. Dat werkt. Dat is een eenduidige boodschap: horeca is gevaarlijk, horeca gaat dicht. Daar kan geen misverstand over zijn. De boodschap ‘horeca is gevaarlijk, maar gaat u nog maar rustig twee avonden brassen en slempen’ is dat niet. Dat had dus nooit mogen gebeuren.
Voor goede communicatie zijn drie zaken van levensbelang. Allereerst de boodschap. Die dient helder en eenduidig te zijn. Dus ‘de voetbalcompetitie voor mannen mag doorgaan, die voor vrouwen niet’, is niet te begrijpen. Dat leidt tot discussie en dus niet tot opvolging van de maatregel.
Ten tweede: ken je doelgroep. Dat is in dit geval eenvoudig. Het Nederlandse volk is de doelgroep. Maar dat is tegelijkertijd ook ingewikkeld. Het volk heeft nu eenmaal allerlei lagen. Van ongeschoold tot universiteit; van laaggeletterd tot literator en van slechthorend tot slechtziend. De boodschap moet al die groepen bereiken.
En ten derde: welk communicatiekanaal kies je. Oudere en redelijk opgeleide mensen bereik je wel via de persconferentie van de minister-president. Kijk maar naar de kijkdichtheid van die uitzendingen. Maar jongeren kijken nauwelijks televisie en al helemaal geen journaal. Die moet je dus op een andere manier bereiken én overtuigen van de noodzaak van de maatregelen.
Je ontkomt er niet aan te wijzen op de heel ernstige consequenties van het niet naleven van de maatregelen, namelijk vele doden.
Maar je moet ook perspectief bieden. Als we ons wel aan de voorschriften houden hebben we perspectief op versoepeling van de maatregelen na de lockdown van vier weken. Of twee weken, of toch vier. Ook zo’n staaltje onheldere crisiscommunicatie.
De communicatieaanpak van de Rijksoverheid is de verantwoordelijkheid van het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie, onder leiding van de directeur communicatie van het Ministerie van Justitie. Zij is opgeleid bij het voormalige Kamerlid Ton Elias, die vroeger een succesvol communicatiebureau bezat. Je zou toch denken dat zij er verstand van heeft.
Maar als dat team wel de goede adviezen geeft, kan het niet anders dan dat de verantwoordelijke bewindslieden die adviezen negeren en hun eigen gang gaan.
Ik weet niet welke van de twee opties waar is. Ik weet wél dat het zo niet langer kan. Iemand moet krachtig ingrijpen in de overheidscommunicatie, anders zitten we nog maanden en misschien wel jaren in deze ellende.